Waarom?
Mijn hele leven kijk ik al met belangstelling naar de toekomst. Hoe zou die er uit kunnen zien? Ik noem mezelf ook wel een toekomstkijker.
Als ik tegenwoordig naar de toekomst kijk, ben ik wel enigszins bezorgd. We lopen mijn inziens met onze manier van leven tegen de natuurlijke grenzen van onze planeet aan. En we hebben maar één planeet, een kleine blauwe knikker in een eindeloos heelal. Het zou onze voornaamste zorg moeten zijn hoe we de Aarde leefbaar houden.
De landbouw heeft daar een belangrijke rol in. In het boek ‘Naar een duurzame landbouw in 2040’ stelt Meino Smit dat de huidige manier van voedsel produceren op de lange termijn niet houdbaar is. Er wordt teveel gebruik gemaakt van externe inputs om de productie hoog te houden. Dan moet je denken aan fossiele brandstoffen, kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Hij rekent voor dat er momenteel meer energie ín de landbouw gaat dan dat er (als voedsel) uít komt. In 1950 was die ratio nog ongeveer 1 op 1. Zijn conclusie is dat de gangbare landbouw in tegenstelling tot wat algemeen gedacht wordt, zo efficiënt niet is. Die externe inputs worden elders gemaakt of gewonnen en als je het energie- en landgebruik van die plekken meerekent, dan snap je waarom die ratio niet meer 1 op 1 is.
Bezorgd zijn om de toekomst is één. Maar dan ben je er nog niet. Het is echter wel een startpunt van waaruit je je acties kunt vormgeven. Want waar het uiteindelijk om draait, is of we ook handelingsperspectief hebben. Voor wat betreft de landbouw is dat handelingsperspectief er wel. Je ziet nu steeds meer omschakelingen naar biologisch. Er wordt druk geëxperimenteerd met voedselbossen en er wordt hard gewerkt aan de eiwittransitie. Dat zijn allemaal mogelijke oplossingsrichtingen.
Met De Groentemeester wil ik daar nog een element aan toevoegen, namelijk de vorm van landbouw die CSA heet. Community Supported Agriculture, of zo goed mogelijk in het Nederlands vertaald: landbouw die gedragen wordt door de gemeenschap. Daarbij gaat het om de volgende punten:
- We produceren voedsel voor de lokale gemeenschap. Dat betekent dat we het aantal voedselkilometers fors verminderen en dat we weer gevoel krijgen voor eten uit het seizoen.
- De gemeenschap is betrokken bij de productie van het voedsel. Men weet waar het voedsel vandaan komt en hoe het geproduceerd wordt.
- We produceren voedsel binnen de draagkracht van het stuk land dat ons gegeven is. We zijn verantwoordelijk voor het op peil houden van de vruchtbaarheid van dat land. Dat doet iets met de gezondheid van de gewassen, en heeft daarmee indirect ook invloed op onze eigen gezondheid.
- We werken met de natuur mee. Dat betekent geen bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Wel organische mest, wisselteelt, diversiteit en afschermingstechnieken. Soms gaat daardoor wat oogst verloren, maar we zien dat als investeringen in de lokale ecosystemen.
- We maken zo min mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen. De grootste machine is een tweewieltrekker die alleen ingezet wordt om de teeltbedden klaar te maken voor zaaien of planten. De rest van de arbeid bestaat voornamelijk uit handwerk en spierkracht.
- En last but not least: alle betrokkenen zijn van harte welkom om mee te werken. Dat is niet verplicht, maar het mag wel. Dat bevordert het gemeenschapsgevoel en is goed voor lichaam en geest.
De Groentemeester wil bovendien een lerende plek zijn. Een soort ontspannen vrijplaats waar mensen zich kunnen ontwikkelen, en er zo achter komen hoe zij kunnen helpen om goed voor de Aarde te zorgen.
Op deze manier probeer ik op mijn manier mijn bijdrage te leveren om stukjes van de grote wereldproblemen behapbaar te maken. Mijn hoop is dat anderen hier inspiratie uit halen om hetzelfde te doen.